zondag 5 juni 2011

Het D-Woord

Een boek wat ik nu lees voor mijn werk "Psychische Problemen & Werk" maakte een gedachtenstroom in mij los. Na het hoofdstuk -rouwverwerking- kwam ik in een stroomversnelling terecht met aansluitend de keiharde onderstaande conclusie.

Ik vind de dood maar eng, sterker nog doodeng.

Dat daar een onderscheid bestaat tussen een dierbare verliezen en het leven verliezen is helder. Hoe dan ook geeft het D-woord mij een onbehaaglijk, adembenemend gevoel.

Onlangs sprak ik iemand die tot mijn verbazing nog nooit een begrafenis had meegemaakt. Ik- met de uitspraak dat ik meer begrafenissen dan bruiloften heb meegemaakt- benijdde haar situatie wel en niet. Een intens verlies leek haar tot op heden gespaard te zijn gebleven, anderzijds wist ik ze het onvermijdelijke ooit voor het eerst zou gaan mee maken. De vergankelijkheid van het leven wordt je op die wijze keer op keer in de schoot geworpen. Vele (interne) roeren gaan radicaal, maar zelden permanent, om bij het verlaten van de plechtigheid.

Waarom zijn we massaal bang voor de dood?
Ik denk dat de kern van die angst - in omgaande roeren huist. We hebben dozen vol -dromen voor later- op onze mentale zolders staan. Verzinnen evenveel excuses om het leven uit te stellen omdat het "even niet past", "niet het juiste moment is" of we geloven "dat het later ook nog wel kan".

Ken je deze nog? Weet je nog?
"Later als ik groot ben...."

We zijn verdraaid al lang en breed "groot" en we praten nog over later!

Toen ik het boek dichtsloeg besefte ik dat mensen die bang zijn voor dood ook bang zijn voor het leven. Een aardige zelfconfrontatie. Het één bestaat bij de gratie van het ander. Zoals licht bestaat bij de gratie van duisternis.

Hoezo? Zul je je nu afvragen.

De angst voor het leven heeft een directe connectie met de angst voor dood.
Concreter gesteld; de angst voor het niet-geleefde leven. (Denk aan die dozen op de mentale zolder). We zijn zo bang voor dood. Zo bang dat deze op een dag op de deur klopt en je doodleuk verteld "dat je tijd er op zit". Dat daar in dat moment je problemen zo triviaal lijken en je spijt hebt van alle dingen die je NIET heb gedaan. Terwijl je tot zonet je juist zorgen maakte over al die dingen die je wel (en voornamelijk) fout had gedaan. Ironisch niet? Het spreekwoord had u al gewaarschuwd.

Je had (chronisch) tijd te kort en nu blijkt dat je deze grotendeels hebt besteed aan zaken, alles behalve wat je diep van binnen altijd had gewild. Dan baal je!

Weet je wie niet bang is voor de dood?
Die mens die elke dag zijn hart durft te volgen (o, ja dat cliché, maar o-zo waar).
Immers als jij je hartenwens durft te volgen en te vervullen, opdat je mentale zolder met dozen vol dromen, één voor één verruild worden voor herinneringen....

Waar moet je dan nog bang voor zijn?

Je leeft!


De enige remedie tegen angst voor de dood is ten volle leven!